Artikel 13 Algemene vergadering
Artikel 13
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle
    bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het
    bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk 6 maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een
    algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de
    jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 12
        met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
    b. de benoeming van de artikel 12 genoemde commissie voor het
        volgende verenigingsjaar;
    c. voorziening in eventuele vacatures;
    d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de
        oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het
    bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek door tenminste een zodanig
    aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van 1/10e gedeelte der
    stemmen in de algemene vergadering verplicht tot het bijeenroepen van
    een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan 4 weken.
    Indien aan het verzoek geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers
    zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig
    artikel 17.
5. De algemene vergaderingen worden gehouden in de plaats waar de
    vereniging haar statutaire zetel heeft of een naburige plaats daarvan.